Dit verandert er voor u op 1 januari 2019

Per 1 januari 2019 verandert er een aantal regels op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit zijn de wijzigingen in 2019 in alfabetische volgorde:

Aanpassing beroepskracht-kindratio voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang
Het maximaal aantal baby’s van 0 jaar per pedagogisch medewerker gaat omlaag. Deze gaat van 1 pedagogisch medewerker op 4 nuljarigen naar 1 pedagogisch medewerker op 3 nuljarigen. De pedagogisch medewerker heeft hierdoor meer tijd en aandacht voor kinderen in het eerste levensjaar. Voor kinderen van 7 jaar en ouder gaat het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker omhoog. Deze gaat van 1 op 10 kinderen nu naar 1 pedagogisch medewerker op 12 kinderen.

Aanpassing maximum uurprijs en percentage kinderopvangtoeslag
Als gevolg van de kwaliteitsverbeteringen van IKK (Innovatie Kwaliteit Kinderopvang) en de indexering, wordt de uurprijs voor dagopvang verhoogd. Daarmee komt de maximum uurprijs op € 8,02 per uur. De maximum uurprijs voor de buitenschoolse opvang wordt verlaagd naar € 6,89. Voor de maximum uurprijs in de gastouderopvang vindt alleen indexatie plaats en bedraagt daarmee € 6,15 in 2019.
Daarnaast verhoogt de overheid de percentages voor de kinderopvangtoeslag in 2019. Dit verhoogde toeslagpercentage wordt vergoed over het uurtarief dat ouders voor kinderopvang betalen tot de maximum uurprijs.

Algemene Ouderdomswet
De ingangsleeftijd AOW was in 2018 66 jaar en wordt per 1 januari 2019 66 jaar en 4 maanden.

Inburgering
Per 1 april 2019 wijzigt het besluit Inburgering, waarbij werkenden vrijstelling krijgen voor het onderdeel Oriëntatie Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA) van het inburgeringsexamen.

Achtergrond van deze vrijstelling is dat als iemand in de praktijk aantoont zelfstandig op de Nederlandse arbeidsmarkt te kunnen functioneren er geen reden meer is dat aan te tonen via een examen of via een verplichte deelname aan 64 cursusuren ONA.
Met de wijziging van het besluit wordt het mogelijk om een aanvraag bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) te doen voor vrijstelling van het ONA-examen. Voorwaarde is dat de aanvrager, in de twaalf maanden voorafgaand aan het tijdstip van aanvraag, gedurende ten minste zes maanden, minimaal 48 uur per maand, verloonde uren zijn opgenomen in de loonaangifte. Het recht op vrijstelling wordt door DUO beoordeeld op basis van de beschikbare gegevens uit de polisadministratie waarin de verloonde uren zijn opgenomen.

Inspectie SZW
De benodigde wetswijziging voor de bevoegdheid van de Inspectie SZW om toezicht te houden op het werving en selectiebeleid in verband met arbeidsmarktdiscriminatie, wordt nu ter hand genomen. De Inspectie gaat wel al vanaf 2019 verkennend inspecteren.

Introductie van de pedagogisch beleidsmedewerker in de kinderopvang
Voortaan coacht een pedagogisch beleidsmedewerker de pedagogisch medewerkers bij de dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast houdt de pedagogisch beleidsmedewerker zich ook bezig met het pedagogisch beleid en de werkwijze daarbij. Bijvoorbeeld hoe de pedagogisch medewerkers kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden aan te leren.

Ondernemingsraden
Per 1 januari 2019 wordt de Wet op Ondernemingsraden (WOR) gewijzigd. Dan wordt het jaarlijkse gesprek over lonen en beloningsverschillen binnen het bedrijf verplicht. Dat geldt voor ondernemingen met 100 en meer werknemers. Het doel is om bewustzijn en transparantie over dit onderwerp binnen bedrijven te stimuleren.

Pensioenen
Pensioenuitvoerders kunnen kleine pensioenpotjes uit het verleden voortaan overdragen aan de pensioenuitvoerder waar iemand nu pensioen opbouwt. Dat is goed nieuws voor mensen die verschillende pensioenpotjes hebben, omdat ze vaak van baan zijn gewisseld. Eerder werden kleine pensioentjes aan hen uitbetaald. Nu worden ze samengevoegd. Daardoor stijgt de waarde en gaan deze mensen meer pensioen opbouwen. Het gaat om potjes van 2 tot 466 euro per jaar. Potjes van minder dan 2 euro vervallen, omdat de administratiekosten in geen verhouding staat tot de waarde van zo’n heel klein pensioen. Tot 1 januari 2019 kunnen mensen nog contact opnemen met de pensioenuitvoerder als zij het heel kleine pensioen uitbetaald willen krijgen.

Transitievergoeding
Per 1 januari 2019 worden de criteria voor de toepassing van de overbruggingsregeling transitievergoeding verruimd. Daarmee wordt het makkelijker voor werkgevers om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling.

Voor kleine werkgevers die in een slechte financiële situatie verkeren en om bedrijfseconomische redenen werknemers moeten ontslaan, geldt een overbruggingsregeling voor de betaling van de transitievergoeding. Wanneer aan de voorwaarden voor de overbruggingsregeling is voldaan, dan worden gewerkte jaren voor mei 2013 niet meegerekend bij het bepalen van de hoogte van de transitievergoeding.

Vanaf 1 januari 2019 is in nieuwe ontslagprocedures niet langer vereist dat er in elk van de drie boekjaren voor aanvang van de ontslagprocedure een verlies moet zijn geleden. Bepalend wordt dat gemiddeld over deze drie boekjaren een negatief resultaat is behaald. Daarnaast geldt niet langer dat er sprake moet zijn van een negatief eigen vermogen. Bepalend wordt dat de waarde van het eigen vermogen van de onderneming ten hoogste 15 procent was van het totale vermogen van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de ontslagprocedure. De overbruggingsregeling geldt tot 1 januari 2020. Tot 1 januari 2020 hebben kleine werkgevers dus de tijd om reserves op te bouwen voor het eventueel moeten uitbetalen van transitievergoeding.

Uitbreiding extra geboorteverlof
De WIEG (Wet invoering extra geboorteverlof) treedt op 1 januari 2019 in werking. Partners die 5 dagen per week werken, krijgen recht op 5 dagen vrij. Werkt men minder uren per week, dan geldt dat dit partnerverlof 1 maal het aantal werkuren per week is. Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners in het 1e half jaar na de geboorte van de baby nog eens 5 weken extra geboorteverlof krijgen. De verlofmogelijkheden voor partners worden hiermee fors verruimd, van 2 dagen tot maximaal 6 weken.

Vrijwilligersregeling WW
Wie een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) ontvangt, heeft vanaf 1 januari 2019 meer mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen. Dan kunnen mensen met een WW-uitkering ook vrijwilligerswerk doen bij organisaties of instellingen die zonder winstoogmerk opereren.

Wajong
Gebruik maken van het levenlanglerenkrediet heeft vanaf 1 januari 2019 geen financiële gevolgen meer voor mensen met een Wajonguitkering. Mensen worden niet langer gekort en de uitkering wordt niet stop gezet. Met een levenlanglerenkrediet kunnen mensen die geen recht (meer) hebben op studiefinanciering, een studie volgen.
Tot 2019 werden mensen met een uitkering in de Wajong2010 gekort op hun uitkering als zij gebruik maakten van een levenlanglerenkrediet. En op de Wajong2015 was geen recht met een levenlanglerenkrediet. Bij mensen met een oude Wajonguitkering gold geen korting. Dat is nu voor alle Wajongers het geval.

Bron: Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid

Vragen? Laat u terug bellen

×